top of page

Ik ben bang!


Iedereen is wel eens bang. Dit is niet anders voor kinderen. Het is een soort overlevingsmechanisme dat een spanning met zich meebrengt. Deze spanning zorgt voor extra concentratie en voorzichtigheid.

Angsten kunnen ervaringsgebonden zijn, maar ook leefijdsgebonden. Angst hoort bij de ontwikkeling van een kind. Dit kan je dus niet voorkomen of zomaar wegnemen. Hoe je kind reageert op angst is mede afhankelijk van de persoonlijkheid, maar even belangrijk is hoe jij als ouder en de bredere omgeving reageren.

  • Wees zelf aandachtig voor verandering in gedrag. Niet alle kinderen kunnen of durven hun angsten uitspreken.

  • Praat met je kind over de angst. Als je kind er meer over weet en het beter begrijpt, kan hij/zij sommige dingen beter plaatsen.

  • Neem elke angst van je kind steeds serieus. Lach het niet weg of noem je kind niet flauw. Stel hem/haar gerust.

  • Help je kind de angst te overwinnen in kleine stapjes. Vermijd de angstige situaties niet.

  • Creëer een veilige omgeving in een angstige situatie door bij je kind te blijven. Je kind leert dan dat het op jou kan rekenen.

  • Stimuleer het probleemoplossend vermogen van je kind. Laat hen zelf ondervinden wat werkt. Je kind leert dat angst van een voorbijgaande aard is.

  • Heb je als ouder het gevoel dat angst het leven van je kind belemmert of zelfs overneemt, zoek dan hulp bij een opvoedingsdeskundige of kinderpsycholoog.

bottom of page