Ouders zetten vandaag de dag alles op alles om hun kind te beschermen. Ze bieden bescherming tegen angst. Ze beschermen tegen ontgoocheling. Ze behoeden voor frustratie. Kinderen ontwikkelen op die manier verwachtingen.
En dan… worden kinderen wakker.
In een andere wereld.
In de echte wereld.
Een wereld met andere verwachtingen. Een wereld waar dat nu-volwassenen-maar-nog-steeds-kleine-mensje zélf aan de bak moet. Een wereld waar frustraties een noodzakelijk kwaad blijken.
Wil je dat je kind gelukkig wordt als volwassene?
Geef het dan een spuitje (on)geluk.
Het is een beetje als een vaccin: door een kind in te spuiten met wat teleurstelling ontwikkelt je kind vaardigheden om hier later als volwassene beter mee om te gaan. Als we een kind niet toelaten om af en toe een beetje ongelukkig te zijn, verhinderen we het om later wél gelukkig te worden. Durf je kind dus blootstellen aan tegenslag en imperfectie.
Daarom…
Geef je kind de kans om zich heel even heel slecht te voelen. En te ervaren wat het betekent als dit gevoel verdwijnt.
Geef je kind de kans om te ervaren dat dingen fout gaan.
En dat slechte nieuws zélf aan te kunnen.
Geef je kind de kans om zich te vervelen.
En te merken dat een ouder eigenlijk overbodig kan zijn.
Geef je kind de kans om zich te frustreren.
En zelf op zoek te gaan naar een oplossing.
Geef je kind de kans om te falen.
En nadien zelf recht te staan.