Ik beslis vandaag mijn verhaal te delen.
Ik heb het vreselijk lang uitgesteld, enerzijds omdat ik er nog niet klaar voor was, anderzijds omdat ik eerst wilde dat het ‘goed’ zou komen. Dat ik zwanger zou zijn dus.
Vandaag wil ik mijn verdriet delen.
Omdat ik ondertussen weet en besef dat ik niet alleen ben. Dat dit zoveel vrouwen en mannen treft. Dat dit echt is, en hard. En voor zoveel mensen dagelijkse realiteit. Ik deel dit voor jullie.
Derde keer, goeie keer.
We gebruiken het te pas en te onpas, waarom niet ook. Het is zoiets onschuldig. Derde keer goeie keer is hopen… na twee mislukkingen. Of twee tegenslagen. Kleine dingetjes meestal. Bij ons werd kreeg het een compleet andere dimensie. Eentje die ik nooit gewild heb. Die ik vervloek. Die ik haat.
Ik kondigde pas met veel liefde onze zwangerschap aan.
Bijna halfweg was ik. Maar nog steeds doodongerust. Maar ik wil het niet alles laten verpesten, ik vergeet te genieten. Dat kan ik toch niet maken tegenover ons kindje! Ik leef van echo tot echo en geloof niet dat mijn buik groeit. Ik kan alleen maar hopen dat derde keer écht goeie keer is. Dat het nu wel goed komt. Dat er nu wel een gezond kindje op komst is. Ik heb namelijk twee miskramen achter de rug. 2015 was dus écht mijn jaar niet. Ik voorkwam op het nippertje een burn-out, gaf ontslag en kreeg twee misgelopen zwangerschappen te verwerken. Ik hield het niet meer.
MIJN BIOLOGISCHE KLOK LAAT VAN ZICH HOREN.
September 2014.
Ik nader de 30, en voel m’n eierstokken rammelen. Het eerste kindje in de familie, m’n echtgenoot zijn petekind, zorgde voor een versnelling van dat proces. Die kleine, lieve man deed me mezelf in twijfel trekken: waarom nog wachten met een baby? En daar heb je ’t woord. BABY. Ik wilde mama worden, en dat was groot nieuws want als het van m’n echtgenoot af zou hangen, hadden we al een kleuter.
In oktober beslisten we samen dat ik zou stoppen met m’n anticonceptie. Omdat ik benieuwd was naar hoe m’n cyclus zou zijn als volwassen vrouw (ik nam tenslotte al de pil van toen ik 17 was), hebben we nog 2 maanden gewacht met oefenen.
Rond de jaarwisseling gingen we er voor: het mocht. Enkele weken later, de schok. Ik ging, zonder mijn echtgenoot in te lichten, een zwangerschapstest kopen. Het idee van valse hoop ofzo? Ik moest dit alleen doen. Ik doe de test en zoals ik las op het bijschrift, leg ik de predictor nog even aan de kant. Maar in de beweging van ‘ik leg hem weg’ zag ik al twee streepjes verschijnen. Mijn hart begint sneller te slaan en ik weet even niet waar ik het heb. Om te bekomen, zet ik me even met de predictor op bed. Ik probeer rustig te ademhalen en uit te maken wat ik voel.
’s Avonds vertel ik met een lief briefje en de test onder zijn hoofdkussen aan mijn man dat ik zwanger ben. Hij is door het dolle heen. En dan begint ons geheimpje. Lekker niemand mag het weten, en dat was heerlijk! De dokter laat me snel na mijn bloedprik weten dat mijn HCG hoog is, en alles in orde lijkt. Ik ben iets minder ongerust, want ik geef toe: er schuilt een pessimist in mij.
Enkele weken later, op 8 weken, worden we voor de eerste keer bij de gynaecoloog verwacht. Ik zeg nog tegen mijn man in de wachtkamer: “dit zullen wij ons altijd blijven herinneren, onze eerste afspraak samen ooit, voor het bewonderen van ons eerste kleintje”.
Het zou anders uitdraaien.
VAN DROOM NAAR NACHTMERRIE
Als mijn gynaecoloog de inwendige echo doet, hoor en voel ik meteen dat ze minder enthousiast wordt. Mijn echtgenoot wijst me nog lief op het schermpje waar op ik kan mee kijken, maar ik kijk hem met betraande ogen aan. Want wat ik zag, was niet wat ik moest zien. Met de apps op je smartphone kan je tegenwoordig perfect volgen hoe je baby er ‘moet’ uitzien, zelfs op enkele weken. En dit kleine zwarte vlekje was niet wat ik verwachtte.
De gynaecoloog bevestigt. Het is een klein vruchtje, het zou kunnen dat dit een miskraam wordt. Dat woord. Maar.. we mogen nog niet panikeren, zegt ze. Misschien ben ik gewoon later bevrucht dan ik vermoed en ben ik vijf à zes weken zwanger. Ik mag diezelfde avond nog naar het ziekenhuis voor een bloedtest, en twee dagen later nog eens.
Die donderdag krijg ik de definitieve telefoon.
Mijn HCG-waarden (het zwangerschapshormoon) zijn niet voldoende gestegen. Ons vruchtje zal het niet halen. Ik kreeg wat ze noemen een ‘stille miskraam’ of ‘missed abortion’. Of ik morgen al een curretage zou willen? De gynaecoloog heeft een gaatje. Ik flip. Moet ik dit NU beslissen? Ik wil dit nog niet.
Ik bel een vriendin die gelukkig, nee niet gelukkig, jammer genoeg, ook hetzelfde mee maakte enkele maanden eerder. Ik weet dat ik haar nu moet zien. Als ze haar deur open doet, hoeft ze weinig te vragen of zeggen en kijkt ze me aan met ogen die het weten. Ik hoor haar nog zeggen: “ik hoop dat het niet is wat ik denk dat het is”. Jawel. Dat is het wel.
MOEILIJKE BESLISSINGEN
Wat het voor mij allemaal nog moeilijker maakte, was het feit dat ik niet had zien aankomen. Of in dit geval: voelen aankomen. Geen bloedverlies, geen krampen, … NIETS. Wel de typische zwangerschapssymptomen: wat duizelig als ik recht sta, pijnlijke borsten, …
Ik ben een geboren pessimist, maar natuurlijk was ik stiekem beginnen hopen op een wondertje in september. Ik beslis na het gesprek met m’n vriendin voor de curretage te gaan, en ook meteen de volgende dag. Ik moet het onder ogen zien. Waarom nog wachten?
Maar ik ben bang. Ik ben nog nooit geopereerd, nog nooit onder narcose geweest… Hoe zal ik me na de operatie voelen? Wat daarna gebeurde, gebeurde in een waas. Ik was daar, maar ik was daar niet. Na de operatie komt de gynaecoloog nog haar praatje doen en ze zegt dat ik me zeker niet schuldig mag voelen, het is niet mijn schuld. Het overkomt vele vrouwen. Ik weet dat, maar als ik alleen ben met mijn gedachten durf ik wel afdwalen naar: wat heb ik misdaan?
IK KRABBEL RECHT...
De dagen daarna waren erg hartverwarmend. Ik krijg telefoons, bloemen, kaartjes en vele bezoekjes. En ik had dat nodig. Elke keer hetzelfde verhaal moeten vertellen was pijnlijk, maar helend. Het deed me beseffen dat het echt ik was die dit was over komen.
Na twee weken ga ik weer werken, en luwt alles. Mensen vragen, logisch, minder vaak hoe het met me gaat. Sommige mensen durven er niets over vragen, andere mensen kijken me gewoon bedroefd aan. Het leven gaat verder. En hoe hard het ook is: ik zie het onder ogen, ik ben één van de statistieken. Als één op vier vrouwen ooit een miskraam krijgt, dan kan je daar al eens bij horen. Hoewel dit nu eens een clubje was, waar ik echt niet bij hoefde.
NIEUWE RONDEN, NIEUWE KANSEN
Mijn cyclus komt terug op gang, traag. Geert en ik beslissen om vrijwel meteen terug te proberen. We wilden dit kindje, en dus willen we dat nu nog steeds. Het duurt me te lang, maar ik besef dat we terug van 0 moeten beginnen. Dat het de eerste keer meteen ‘prijs’ was, wil nu niets zeggen.
Volgens mij doet de stress op het werk er geen goed aan. Elke maand ben ik verdrietig en hoe langer het duurt voor ik opnieuw zwanger ben, hoe harder ik afzie van de miskraam.
Eind augustus ben ik weer zwanger! Ik zie een licht streepje op de zwangerschapstest. Ik koop de dag erna een Clearblue, omdat ik het woord wil zien, en geen licht streepje. De Clearblue geeft duidelijk aan: ‘zwanger, 1-2 weken’. Ik onderdruk een grote glimlach, laat mezelf niet toe om écht blij te zijn. Geert is blij. Ik ben vooral bang. Om opnieuw hard gekwetst te worden.
Ik wacht een tijdje voor ik naar de huisarts bel. Op 6 weken bel ik toch, want plots verlies ik op het werk wat bloed. De volgende dag krijg ik van hem te horen dat mijn HCG vijf is. Vijf??! Belachelijk laag en niet zwanger dus. Of niet meer.
Opnieuw een miskraam. Hoe kan dit? Hoe kan mij dit twee keer overkomen? Ik walg. Voor het eerst in mijn leven krijg ik in de auto op de parking een aanval van hyperventilatie. Ik krijg mezelf moeilijk onder controle maar na enkele minuten lukt het toch. Op mijn bed bekom ik van dit nieuws. Het is Geert zijn verjaardag. 30. Ik had als cadeau een privé sauna met bubbelbad geboekt. Gezellig. Zijn verjaardag wordt er in één in mineur.
HOE KRIJG IK DIT NOG VERWERKT?
Hierna weet ik het niet meer. Ons eerste kindje zou nu ongeveer geboren moeten worden, maar in plaats daarvan ben ik een gebroken vrouw met twee miskramen te verwerken.
Een jaar geleden waren we vreselijk gelukkig, en wilden we nog méér geluk toevoegen aan ons gezin. In plaats daarvan werden we verschrikkelijk ongelukkig. Gebroken.
Waarom hadden we dit ooit beslist? Nooit, maar dan ook nooit had ik een jaar geleden kunnen denken dat ik vandaag hier zou staan. De weken erna wentel ik me in verdriet. Ik geloof niet dat het ooit nog goedkomt.
De gynaecoloog stelt me gerust. Dit is puur toeval waarschijnlijk, er is niets om ons ongerust over te maken op medisch vlak. Ik geloof haar niet. Voor mij is een gezond kindje nu echt uitgesloten. Ik begin informatie over wereldreizen, tijdskrediet, etc. op te zoeken. Ik wil vluchten. Het gaat niet goed met mij. Ik wil weg op mijn werk en beslis na enkele sessies loopbaanbegeleiding dit ook te doen. Ik neem ontslag. Daarna volgen veel weken van twijfel. Ga ik een nieuwe job vinden? Ga ik opnieuw zwanger geraken? Wat als ik zwanger ga moeten solliciteren?
HET TIJ KEERT
Alsof 2015, mijn horrorjaar, eerst voorbij moest zijn. De jaarwisseling vier ik met champagne onder vrienden, maar met veel vragen. Wat een kutjaar. Blij dat ik het kan afsluiten.
Al vrij snel blijkt dat het écht zo is. In januari ben ik opnieuw zwanger. En meteen denk ik: is dit derde keer, goeie keer? Ik vloek. Het gevoel van een koppel bij het zien van een positieve zwangerschapstest is bij ons totaal niet aanwezig. Bij ons is het eerder: oh jee, wanneer loopt het deze keer mis? Ik haat het, dat dat gevoel van mij is afgepakt. Dat ik nooit meer zal springen en zingen na het zien van twee streepjes.
Ik doe de dag erna een nieuwe test, de dag erna nog een. De dag erna nog een. De streepjes worden donkerder en donker. Al geen HCG van 5, bedenk ik me. De dokter bevestigt, een stevige HCG van 1300. Ik durf zo hard niet hopen. Ik mag niet hopen. We maken een afspraak bij de gynaecoloog op negen weken.
De weken voor onze afspraak zijn slopend. Ik houd het amper. De dag van onze afspraak zit het beeld van het zwarte vlekje in mijn hoofd geprent. Zo bang om weer enkel dit te zien. De afspraak verloopt goed, de 11 weken echo ook. Een NIPT-test later, weten we ook welke genetische afwijkingen we kunnen uitsluiten en welk geslacht ons kindje heeft. Ook de 16 weken echo is goed.
Ik ben nu 21 weken zwanger en mag morgen terug naar de gynaecoloog, maar ik blijf verdomme bang. Bang dat er weer iets mis is. Bang dat ons kindje niet gezond mag zijn. De dagen voor de afspraak ben ik amper te genieten. Ik stel me allerlei horror-scenarios voor. Een gevoel van angst dat me steeds bekruipt.
We gaan het zien. Ik moet het wat leren loslaten. En vooral: proberen genieten. Me niet laten verlammen door die angst.
Dikke merci aan die altijd positieve echtgenoot van me. Aan alle lieve schatten die graag als ouder door het leven willen, aan alle vrouwen én mannen die een miskraam te verwerken kregen, aan alle koppels in een fertiliteitstraject, aan alle ongewild kinderloze vrouwen, aan mijn vriendinnen met een onvervulde kinderwens… Een warme knuffel. Ik denk aan jou. Ik weet dat je er bent.
Ik besef ook dat wat wij hebben meegemaakt peanuts is tegen over wat sommige koppels door moeten. Maar we moeten er over praten. Zodat lotgenoten weten dat ze niet alleen zijn met hun verdriet. Zodat dit ene artikel misschien een hart onder de riem kan betekenen. Laat er hoop zijn, laat het goed komen voor jullie allemaal.
Nies (blog)
