Veel kinderen dromen van een huisdier. De populairste in Vlaanderen zijn de hond en de kat (samen goed voor meer dan 3 miljoen exemplaren) en verder het konijn, de vis en de vogel. Ongeveer 50% van de gezinnen heeft een huisdier.
Recent onderzoek toont aan dat het hebben van een hond de kans vermindert dat kinderen angsten ontwikkelen.
Het houden van een of meerdere huisdieren heeft voordelen maar ook aandachtspunten:
Een dier is aanwezig. Een huis waarin een dier rondloopt, is minder leeg. Kinderen raken graag aan en kunnen erg genieten van de nabijheid van dieren. Bepaalde studies zien een link tussen zorgzaam zijn naar een dier en zorgzaam zijn naar anderen.
Een dier kan gezonder maken. Ermee spelen, de verzorging doen of ze uitlaten is een fijne manier van bewegen.
Een dier kan gevoelens uitlokken. Het kan troosten, eenzaamheid doorbreken of angst verminderen. Een dier prikkelen de fantasie van kinderen.
Een dier kan heel wat leren aan een kind. Een dier in huis vraagt immers heel wat verantwoordelijkheid. Dit kan je kind leren. Denk maar aan de beweging van het dier, de verzorging, de voeding.
Overschat je kind niet. Verwacht niet te veel van je kind. Bekijk dus of je zelf ruimte hebt om een dier in huis rond te laten lopen.
Maak vooraf duidelijke afspraken, die je kind begrijpt. Een zevenjarige kan niet inschatten wat het betekent om een middelgrote hond op te voeden. Of weten dat een goudvis sterft door overvoeding.