top of page
Zitdazo_logo_negatief_vol.png
  • Instagram Steven Gielis
  • Facebook ZITDAZO
  • TikTok Steven Gielis
  • Spotify ik tel tot drie
  • iTunes ik tel tot drie

Afscheid nemen bestaat wel

  • zitdazo
  • Aug 11, 2016
  • 3 min read

Vorige week namen wij, An (verliescounselor) en Griet (contextueel therapeut), samen met de familie afscheid van onze grootvader. Het waren mooie en intense dagen. Dagen met een lach en een traan. Op zulke dagen sta je weer stil bij wat écht belangrijk is: je familie. Herinneringen werden bovengehaald door de nichten en neef: van toneeltjes rond het kerstverhaal of onze optredens al zingend of musicerend voor heel de familie, hoe hoog we moesten klimmen in de bomen wanneer de paasklokken waren langsgekomen tot de kriebelende kussen die mijn grootvader gaf met zijn stoppelbaard.

Voordat onze grootvader in een diepe slaap ging, heeft iedereen de kans gekregen om afscheid te nemen: een laatste fluistering, een hand, een knuffel of een kus. Omringd door iedereen die hem lief is, nam hij zijn laatste adem en doofde zijn leven uit.

Omdat ik (An) de laatste week intens voor vava zorgde, werden mijn zonen (5 en 4 jaar) al wat vroeger op de hoogte gebracht van het nakende afscheid. Eerlijk maar wel op een manier die aangepast is aan hun leeftijd en vooral ruimte biedend voor hun vragen en reacties. Het kwam voor hen dan ook niet als een schok toen ik hen vertelde dat vava overleden was.

Mijn (Griet) jonge zonen (5 en 3 jaar) wisten dat ik de afgelopen dagen bij mijn vava was. ‘Ja, want vava is ziek en kan niet goed meer stappen hé mama?’ Omdat ik zelf heb mogen ervaren dat afscheid nemen wél bestaat én ook ontzettend belangrijk is, wilde ik mijn kinderen ook de kans geven afscheid te nemen of hen althans de keuze te laten. Toen ze de ochtend na het overlijden op mijn schoot zaten en ik vertelde dat vava gestorven was, zei de oudste: ‘Ik wil vava nog een keertje zien, mama.’ Klaar! Zo eenvoudig kon het zijn. Ook mijn jongste wilde meegaan om nog een laatste knuffel of laatste ‘dag’ te zeggen.

Het is belangrijk dat je een bezoek met je kinderen aan een overleden persoon goed voorbereid. Zo ga je best zelf eerst kijken. Neem de tijd om alles goed waar te nemen. Heel technisch noteer je wat je ziet: hoe ziet de ruimte er uit (kaarsjes, schilderij, tekeningen), waarop ligt hij (grootte van het ‘bed’, kleur, materiaal, kleur van het deken,…), wat heeft hij aan en hoe ligt hij er precies bij (omschrijving van ogen, handen, zichtbare lichaamsdelen, vingers, nagels,…), hoe voelt hij aan. Zet je als volwassenen ook op kind-hoogte: soms zie je op die hoogte andere dingen die je anders niet opvallen. Vertel je kind zo concreet mogelijk alles wat je hebt gezien. Nadat je deze uitleg gegeven hebt, stel je opnieuw de vraag: ‘Wil je vava nog altijd zien nu ik je dit verteld heb?’ Kinderen moeten de kans krijgen om zich te bedenken als ze deze informatie gehoord hebben.

Op een heel natuurlijke manier gingen de kinderen op bezoek bij vava. Ze streelden zijn handen, gaven nog een kusje, voelden aan het bed, legden hun tekeningen bij hem.

‘Hij heeft zijn ogen dicht hé mama? Hij slaapt precies. Dag Vava.’

‘Zijn handen zijn wel koud he?’

‘Kijk zijn hartje klopt niet meer’

‘Kan hij ons nog horen?’

Zeker voor jonge kinderen is het belangrijk om eerlijk te antwoorden op vragen die ze stellen of de vraag terug te kaatsen met ‘Wat denk je er zelf van?’. Kinderen formuleren zelf vaak een voor hen passend antwoord. Probeer wel duidelijk het onderscheid aan te geven tussen slapen en dood zijn omdat dit voor kinderen mogelijk angsten zou kunnen oproepen bij het slapen gaan.

Het was voor mijn jongens (Griet) de eerste keer dat ze een overleden persoon zagen. De oudste legde zijn hand op de handen van vava: ‘Dat is wel koud hé?’ We vertelden dat hij koud is geworden omdat het bloed gestopt is met stromen in het lichaam. De jongste bleef op de armen van mijn man. De oudste streelde een paar keer de handen van vava. Na een tijdje was het genoeg voor hen en gingen we terug naar buiten. ‘Oh, ik ben nog iets vergeten te zeggen!’ ‘Geen probleem, dan gaan we nog een keertje terug.’

Vaak willen mensen jonge kinderen afschermen voor de dood. Nochtans is de dood onlosmakelijk verbonden met het leven. Volwassenen beslissen dan in plaats van het kind terwijl afscheid kunnen en mogen nemen een belangrijk onderdeel is in de verwerking van het verlies. Door er openlijk over te praten, hen de kans te geven om zelf te beslissen of ze al dan niet afscheid willen nemen, voelen ze dat er geen schroom of taboe hoeft te zijn. Zo kunnen ze met hun verlies aan de slag op een manier die voor hen past.


 
 
 

Comments


bottom of page