Cyberpesten: meisjes als jongens doen eraan mee, zowel aan slachtoffer- als aan daderkant. Een gemiddelde dader van cyberpesten is 14 a 15 jaar.
Slechts 50% van de slachtoffers zorgt ervoor dat de dader hen niet meer kan bereiken. Dat blijkt echter wel een hele effectieve manier. Vaak willen daders er graag bijhoren. Ze pesten dan om goedkeuring en respect te krijgen van anderen. Opmerkelijk: niet alleen slachtoffers maar ook daders hebben meer kans op psychische problemen en een negatief zelfbeeld.
Tips voor ouders:
Hou toezicht. Plaats waar het kan de gezinscomputer in de leefruimte. Of installeer ouderlijk toezicht indien de leeftijd van je kind dit nog vereist.
Praat met je zoon of dochter over wat ze doen online. Bespreek welke info ze over zichzelf posten en ga na of ze begrijpen hoe ze dat moeten aanpakken, die ‘privacy-settings’.
Geef zelf het goede voorbeeld. Vertel hoe kinderen een wachtwoord veilig kunnen maken, dit regelmatig moeten veranderen en dat dit nooit mogen delen met anderen.
Roep je kinderen op om te reageren als ze getuige zijn van cyberpesten. Onderzoek toont immers aan dat meer dan 60% van de ‘bijstaanders’ niet doen als ze getuige zijn van (cyber)pesten.
Wees nabij. Geef de boodschap aan kinderen: vraag hulp als je gepest wordt, neem iemand in vertrouwen. Geef vertrouwen: praten kan, zonder angst voor straf.