top of page

Een jaar na 22 maart


Ouders die met hun kinderen over de aanslagen hebben gesproken, hielden hierbij duidelijk rekening met de leeftijd van hun kind. Waar slechts 20% van de ouders van 3-jarige kleuters het thema aankaartte, klom dit percentage tot 60% van de ouders bij 5-jarige kinderen. Vanaf de lagere schoolleeftijd bespraken zowat alle ouders de gebeurtenissen. De bevraging geeft soortgelijke resultaten op de vraag of ouders hun kinderen de mogelijkheid hebben geboden hun gevoelens uit te drukken. Dit door ze bijvoorbeeld te laten vertellen of een tekening te laten maken.

Erover praten

Bijna de helft van de ouders geeft in de bevraging aan dat met hun kind praten over een thema als terroristische aanslagen moeilijk is. 6 op 10 ouders vinden het moeilijk om een gesprek rond aanslagen of terrorisme aan te passen aan het niveau van hun kind. Ze voelden zich hierbij het afgelopen jaar wel ondersteund door adviezen uit krant, tv en internet. 3 op 10 ouders voelt zich angstig of boos omdat ze met hun kind over een dergelijk thema moeten spreken.

Moeilijke vragen

7 tot 11-jarigen stellen het vaakst moeilijke vragen over terrorisme. Zowat de helft van de ouders gaf dit in die leeftijdscategorie aan. Bij de jongere kinderen ligt dit percentage lager. Zij kennen het verschil nog niet tussen fictie en realiteit en worden daarom best op afstand gehouden van informatie en beelden. Oudere kinderen stellen iets minder vragen, omdat ze op zoek gaan naar antwoorden bij hun leeftijdsgenoten, en op het internet.

Het effect op kinderen

Bijna 6 op 10 kinderen waren de dag van de aanslagen en enkele dagen erna angstig, lieten veranderd gedrag zien of praatten vaak over terrorisme. Ruim een jaar na de terreur zakte dat cijfer drastisch.

Als je kind het moeilijk blijft hebben, is het raadzaam voldoende oog te hebben voor de positieve elementen zoals de vele helpers. Dingen vertellen die kinderen bang maken, kunnen schadelijker zijn voor de ontwikkeling dan de kans dat kinderen het slachtoffer zullen worden van een terroristische aanval.

Uit de bevraging acht echter 1 op 10 ouders de kans groot tot zeer groot dat hun kind het slachtoffer zal worden van terreur.

Het effect op ouders

Na de aanslagen in Brussel voelde 1 op 3 ouders zich onrustig, 1 op 5 gaf aan zich echt angstig te voelen. Steun zoeken bij elkaar deed meer dan de helft door regelmatig met andere ouders over het thema te praten. 3 op 4 ouders vindt dat mama’s en papa’s het best de gebeurde feiten naar hun kinderen toe kunnen relativeren. Het is belangrijk om in een moeilijke situatie te proberen je eigen emoties en angsten onder controle te krijgen, voor deze ongefilterd door te geven aan kinderen.

6 op 10 ouders vindt in gesprek gaan over terrorisme op niveau van hun kind moeilijk. Dat blijkt uit onze bevraging van 1.500 ouders. Kinderen onder 6 jaar blijven vaak volledig afgeschermd van beelden. En 1 op 10 ouders acht de kans groot dat hun kind het slachtoffer zal worden van een terroristische aanval.


bottom of page