Nachtmerries zijn een verwerking van angstige dingen die we overdag hebben gezien of meegemaakt. Ons slaappatroon bestaat uit fasen van diepe slaap en fasen van lichte en onrustige slaap. In deze laatste fase kunnen nachtmerries voorkomen. Nachtmerries kunnen verder komen uit een drukke dag, vermoeidheid, ziekte, fantasie,…
Het is niet duidelijk of baby’s dromen, omdat zij het niet kunnen vertellen. Vanaf ongeveer 3 jaar kunnen kinderen aangeven dat ze dromen, hoewel het onderscheid tussen realiteit en dromen moeilijk zijn.
Wat kan je doen als je kind een nachtmerrie heeft?
Laat ze in hun eigen bed liggen. Je kind bij jou in bed nemen geeft als signaal dat zijn/haar kamer inderdaad onveilig is.
Kalmeer hen en zorg dat hun lichaam ontspannen is, maar maak hen niet verder wakker. Vaak bevinden ze zich tussen slaap en wakker.
Zorg voor een rustgevend slaapritueel.
Bedenk samen met je kind iets dat de dromen weghoudt, bijvoorbeeld een beer, dromenvanger of voor het slapen de boze dromen wegblazen.
Bedenk samen met je kind een ander einde verzinnen om de droom anders te laten verlopen.
Luister naar wat je kind vertelt. Omdat fantasie en werkelijkheid voor hen door elkaar lopen is hun droom voor hen heel echt.
Nachtmerries hebben is niet noodzakelijk iets negatief. Het betekent immers dat stresserende gebeurtenissen worden verwerkt. Als het herhaaldelijk voorkomt en/of steeds dezelfde nachtmerrie kan er een dieperliggend probleem zijn.